In Markelo, een plaatsje dat gesteld is op zijn prachtige historie en oude tradities, klinkt sinds 1988 weer het klagelijke geluid van de ossenhoorn. Het blazen op de ossenhoorn is een zeer oude traditie die, na honderd jaar te zijn verdwenen, weer herleeft.
Cato Elderink schrijft in haar boek "Twenter laand, en leu, en leven" dat het hier gaat om een hoorn van een groot uitheems of uitgestorven rund.
De ossenhoorn kan worden beschouwd als de voorloper van de midwinterhoorn in zijn huidige vorm, die in grote delen van Twente, de Achterhoek en het aangrenzende deel van Duitsland in de adventstijd wordt geblazen. Uit opgravingen in Friesland is gebleken dat het gebruik van runderhoorns als blaasinstrument al stamt uit het begin van onze jaartelling. De oudste gegevens over de houten midwinterhoorn, in de vorm zoals we die nu nog kennen is nog maar een paar eeuwen oud. (tijdschrift voor Volkscultuur nr.3, 1990)
De ossenhoorn is van oorsprong in geheel West-Twente geblazen, maar deze traditie is in het begin van de negentiende eeuw op de meeste plaatsen verdwenen, m.u.v. Markelo, Ambt Almelo, en Oele. Op deze drie plaatsen is de ossenhoorn nog geblazen tot eind negentiende eeuw. Een variant vinden we in het Drentse dorp Zweelo. Hier wordt ook op een runderhoorn geblazen die hier "boerhoorn" wordt genoemd.
In Markelo zijn nog twee, meer dan twee eeuwen oude hoorns aanwezig. Deze hoorns zijn bewaard gebleven op het erve Görkink. De grootste van deze twee hoorns heeft een lengte van maar liefst 66 cm. Volgens traditie werd er in Markelo alleen geblazen op "Mirreweentersoavond in' tweedonker" (Kerstavond in de avondschemering). Dit gebeurde eind negentiende eeuw nog bij het erve Görkink, dat vroeger een herberg was midden in het dorp. Deze "roop" werd beantwoord in de Wieminkhook, en bij het erve Meengs in Beusbergen. De volgende ochtend (eerste kerstdag) werd er nogmaals geblazen als aankondiging van het begin van de kerkdienst.
De klagelijke toon die de ossenhoorn voortbrengt, is over de kale hardbevroren essen over kilometers afstand te horen. Dit moest ook wel want het geluid moest de afstand van het ene erf tot het ander overbruggen.
De betekenis van het blazen was het verdrijven van de boze geesten en het laten terugkeren van het licht. Immers de kortste dag was geweest en de dagen begonnen weer te lengen. In latere tijd is het gebruik gekoppeld aan het christelijke geloof.
Ook dit jaar wordt er in Markelo weer geblazen. Dit blazen gebeurt volgens traditie op Kerstavond, en als demonstratie in de tijd rond "Mirreweentersoavond". De blazers zijn allen gestoken in authentieke Markelose kostuums van rond 1900. De blazers zijn: Jan Klein Horsman, Arend Lammertink, Hendrik Mombarg, Gerrit Oosterkamp, Henk Morsink, Rob Schwirtz, Raymond Klein Velderman, Harry Krabbenbos en Jan Henk Berendsen, bij gelegenheid bijgestaan door enkele jeugdige blazers.